Natascha Adama, stateloos, werkloos en bijna radeloos. Maar nog vol plannen om te ontsnappen uit haar 'papieren gevangenis'.
Tussen het Surinaamse kastje en de Nederlandse muur
Natascha Adama, Nederlandse van geboorte, is al negen jaar stateloos in Leiden. Ze heeft geen paspoort en ze krijgt geen verblijfsvergunning zolang ze haar nationaliteit niet kan aantonen.
Ze mag officieel niet werken en vorig jaar zomer dreigde ze uit huis te worden gezet, omdat ze haar torenhoge schulden niet kon betalen. Maar de gemeente sprong bij. Na een half jaar zijn er weinig veranderingen. Wel plannen. ,,Ook zonder paspoort zijn er mogelijkheden.''
Voor de ramen hangen batik lappen die dienst doen als gordijnen. Het interieur ademt een hoog Xenos- en Hemagehalte. Maar de vrouw des huizes gaat onberispelijk gekleed in een blauw mantelpak. Want ook al leeft ze naar eigen zeggen op de armoedegrens, dat is nog geen reden om alles er maar bij te laten hangen.
Laatst nog was Natascha Adama op een receptie van het universitaire Koninklijke Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Kreeg ze van iedereen 'de gouden tip' om uit haar penibele situatie te komen. ,,Goed bedoeld hoor, maar allemaal in de categorie been there, done that.''
Er is weinig dat de politicologe heeft nagelaten om de Nederlandse nationaliteit te bemachtigen. Ze heeft het Surinaamse consulaat ingeschakeld, het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en een handjevol kranten die met wat media-attentie haar toestand zouden kunnen veranderen. Tevergeefs. Er is weinig veranderd sinds Adama vorig jaar juli 'nieuws' was.
Ze leeft nu negen jaar lang als stateloze in een onderwoninkje in Leiden. Maar voor de werkelijkheid van de autoriteiten is Adama al negen jaar onvindbaar in een bureaucratisch schemergebied. Met alle gevolgen van dien. Want wie niet is, kan officieel niet werken, geen geld verdienen, zichzelf niet verzekeren.
Geboren in Nederland, werd ze bij wet Surinaamse toen ze vanaf 1977 vijf jaar in Suriname bij haar vader woonde. Adama was het oneens met die beslissing en probeert vanaf 1982 haar Nederlandse nationaliteit terug te krijgen. Haar Surinaamse paspoort ruilde haar vader in voor een reisdocument. En beide landen twisten nu over haar nationaliteit. Suriname heeft haar in januari vorig jaar geschrapt uit het bevolkingsregister en weigert een nieuw paspoort te verlenen. En Nederland verwijst direct weer naar de Surinaamse autoriteiten als ze bij de instanties hier aanklopt. Net zoals ze voortdurend van het kastje van Suriname naar de muur van Nederland wordt gestuurd, slaat Adama's gemoedstoestand over van verbeten strijdbaarheid ('Als ik nu ga liggen, loopt er morgen een heel leger over me heen'), naar fatalistische moedeloosheid. ,,Nederland is voor mij een grote gevangenis. Ik heb geen kerstmis gevierd. Waarom zou ik kerstslingers ophangen in mijn eigen gevangenis?'' Wat constant blijft, is de bozig bittere toon die uit elke uitspraak is te destilleren. Behalve dan in het persoonlijk contact. Daarin is Adama de hoffelijkheid zelve.
,,Kopje thee?'' Ze loopt naar de keuken, een beetje ongemakkelijk. Het gevolg van een zeldzame en agressieve vorm van reuma die verhinderde dat ze nog kon werken. Iets dat sowieso alleen mogelijk werd gemaakt door de toeschietelijkheid van de universiteit en het GAK. Maar hetzelfde GAK weigerde na haar diagnose een uitkering, omdat Adama zich niet kon legitimeren. Sinds juli vorig jaar heeft ze die overigens wel. Dankzij de gemeente Leiden, die door een artikel in deze krant gealarmeerd raakte en daarvoor zorgde. Iets dat Adama gelijk in perspectief plaatst, want ze wil gewoon werken. ,,Een uitkering geven ze je alleen maar om niet te sterven van de honger. Hoeven ze jouw begrafenis niet te betalen.''
Er is bar weinig veranderd in haar situatie. Ze heeft haar huis nog wel maar kan alleen maar rondkomen door de giften van derden. ,,Ik ben afhankelijk van de goedertierenheid van de mensen. Ik word al sinds 1995 gesteund door de werkgroep Diakonie in Oegstgeest. Die hebben mijn beurs betaald.''
Ze vindt het vervelend steeds maar gunsten aan mensen te moeten vragen. Maar wat kun je eraan doen. ,,Hier'', een grote plastic tas, bol van de paperassen, verschijnt op tafel. Haar wapenarsenaal in de papieren strijd. ,,Een boodschappentas, ja. Dat symboliseert een beetje mijn onzekere bestaan. Maar wel van de Bijenkorf, hè. Dat geeft enig cachet.''
Een losbladig archief van mislukte pogingen en vervlogen hoop komt naar boven. Brieven die ze is blijven schrijven. Naar NRC Handelsblad, het ministerie van justitie, naar de VPRO, naar de Stichting Ombudsman en actualiteitenrubriek Netwerk. Een gevecht tegen de bierkaai. Alleen het Algemeen Dagblad, het Parool en de Weekkrant Suriname vonden het drama van Adama lezenswaardig. Die verhalen hebben de ogen van de mensen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nooit bereikt. Adama zou terug naar Suriname moeten. En dat nota bene, terwijl de medisch adviseur van justitie zelf heeft gezegd dat ze vooral in Nederland moet blijven voor een goede behandeling van haar reuma.
Haar advocaten doen een beroep op de 3-jaartermijn. Eind vorig jaar meldde de IND dat het de afhandeling van dertigduizend bezwaarschriften tijdelijk opschort. Daardoor wordt voor veel van die bezwaarschriften de wettelijke termijn van drie jaar overschreden. Wat betekent dat asielzoekers na die drie jaar automatisch een verblijfsvergunning krijgen.
Adama komt dan wel niet uit Kosovo of Afghanistan (,,Ik ben geen hot issue en het is lang geleden dat Bouterse mensen heeft vermoord''), maar haar advocaten denken dat ze met haar zaak een hele goed kans maken. Het bezwaar is ingediend. En de ambtelijke molens draaien onverstoorbaar verder. Misschien een jaar, misschien anderhalf.
In de tussentijd wil Adama een eigen bedrijfje beginnen. Een politiek adviesbureau, waarvoor ze gewoon thuis kan werken. ,,Het inschrijven bij de kamer van Koophandel is geen punt. Alleen stuit je steeds weer op andere problemen. Je krijgt geen lening dus de financiën ontbreken om de zaak goed aan te pakken. Ik ben genoodzaakt met marginale middelen aan de slag te gaan. Ik heb mezelf een aantal maanden gegeven om het te laten werken.'' Maar liever dit proberen dan stilzitten. Want dan wordt ze naar eigen zeggen 'helemaal gek.'
Ze zucht. ,,Weet je wat het is? Het werken vanuit een underdogpositie gaat me steeds zwaarder vallen. Ik weet niet of ik wel kan wachten. Of ik nou na een jaar of anderhalf inderdaad die verblijfsvergunning krijg, ik wil hier weg. En ik heb in Amerika een relatie zitten die ook niet tot in lengte van dagen op me kan blijven wachten. Ik ga iets anders doen.''
Plan B. Ze haalt een krantenartikel van het Algemeen Dagblad tevoorschijn, waaruit blijkt dat het een peulenschil zou zijn om de Franse nationaliteit te bemachtigen voor iedereen die woont in een land dat ooit tot het Franse grondgebied heeft behoord. ,,En Nederland was tijdens Napoleon in Franse handen. Dus''
En zijn ook andere plannen. Sommige wat meer uitgewerkt dan andere. Zo wil ze promoveren. ,,Daarvoor heb ik drie universiteiten in het buitenland op het oog.'' Hoe ze daar denkt te komen, weet ze nog niet. ,,Maar ook zonder paspoort zijn er mogelijkheden.'' Welke? Daar wil ze niet over uitweiden.
Als uitwijkplaats is Frankrijk een optie. Misschien zelfs voor de promotie. ,,Dat gaan ze niet van me afpakken. Weet u hoe ik me iedere dag moet voorhouden dat in ieder geval de mensen in mijn straat wel o.k. zijn? Dat als mijn buurman en buurvrouw het voor het zeggen hadden, zij wel de juiste beslissingen zouden nemen? Ik moet pragmatisch denken en de dingen scheiden. Ik ben mijn geloofwaardigheid kwijt. Het kan zo niet langer. Grote kans dat als u mij over een paar maanden belt, dat ik weg ben.''
Dan is ze weer even stil. ,,Kopje thee?'' Bron: Leidsch Dagblad, januari 2001
AMSTERDAM - Minister Hilbrand Nawijn heeft een bezwaarschrift afgewezen dat was ingediend door advocaat Hilbrand Nawijn. Het moest een keer gebeuren dat de twee elkaar tegenkwamen, maar de Surinaamse Nederlandse Natascha Adama 'zit er maar mooi mee'.
Jarenlang procedeert ze al voor een verblijfsvergunning en het lot leek haar gunstig gezind sinds de Zoetermeerse advocaat zich over haar ontfermde, maar nu diezelfde advocaat minister voor Vreemdelingenzaken is, moet ze alsnog het land uit.
Adama (38) is Nederlandse van geboorte, verhuist als 10-jarige met haar vader naar Suriname en krijgt als 18-jarige de Surinaamse nationaliteit. Ze keert terug naar Nederland, studeert er politieke wetenschappen en vraagt in 1998 een verblijfsvergunning aan bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Ruim drie jaar later komt het antwoord: afgewezen. Na 'een stuk of wat advocaten die niks deden' komt Adama terecht bij Nawijn, die werk maakt van haar zaak. 'Zelden heb ik zo'n schrijnend geval meegemaakt', zei Nawijn vorig jaar in het Algemeen Dagblad. Hij stelt een bezwaarschrift op en ziet, aldus Adama, een redelijke kans van slagen. Een kans, omdat de IND meer dan drie jaar nodig had om tot een beslissing te komen, en vanwege Adama's slechte gezondheid. Ze lijdt aan de zeldzame ziekte van Behçet (ontsteking van huid, ogen en gewrichten, lijkend op reuma) en kan daarvoor niet goed behandeld worden in Suriname.
Aldus, schrijft Nawijn in het bezwaarschrift, is Adama een medisch noodgeval en zou ze op humanitaire gronden een verblijfsvergunning moeten krijgen. Hoop gloort als medisch adviseur D. Matulessy van de IND bevestigt dat de voorzieningen in Suriname voor een Behçet-patiënt onvoldoende zijn. De medicijnen die Adama nodig heeft, zijn er niet altijd voorhanden; Nederland komt als eerste in aanmerking als behandelend land.
Jammer dus: afgelopen vrijdag oordeelt de immigratiedienst in een beschikking opnieuw dat Adama Nederland binnen vier weken moet verlaten. 'Bij gebreke hiervan kan zij worden uitgezet.' Was getekend De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, in casu Hilbrand Nawijn.
Reden voor de afwijzing is dat Adama niet in een acute medische noodsituatie verkeert en bovendien niet goed verzekerd zou zijn. Want ze heeft een uitkering en zit dus in het ziekenfonds, dat uit 'publieke middelen' wordt betaald en daar neemt de IND geen genoegen mee. 'Een nogal gezochte redenering', zegt Adama's huidige advocaat Jeroen Maas, die beroep zal aantekenen bij de rechter. 'Zonder verblijfsvergunning mag je niet werken, maar om zo'n vergunning te krijgen, moet je wel een dure verzekering kunnen betalen.'
Minister Nawijn wil 'geen enkel commentaar' geven, aldus zijn woordvoerder. Onduidelijk blijft daarom of hij persoonlijk op de hoogte is van de afwijzende beslissing. Natascha Adama: 'Ik bescheur me. Het is vreselijk triest, ik vrees voor mijn leven als ik straks terug moet naar Suriname, maar ik bescheur me dat mijn advocaat me laat vallen nu hij minister is.' ~ Volkskrant 20-12-02
Minister Nawijn oneens met advocaat Nawijn - Haagsche Courant 21-12-02 - n/a
Nawijn zit Leidse statenloze én zichzelf in de weg - Leidsch Dagblad 21-12-02 - n/a
Adama gokt op barmhartigheid Nawijn - Leidsch Dagblad 23-01-03 - n/a
Met het onderstaand artikel uit maart 2004 wordt deze Nyunsu.Net-special afgesloten. Er worden geen updates meer gepubliceerd.
Natascha Adama krijgt een verblijfsvergunning
LEIDEN - Voor Natascha Adama (39) uit Leiden komt aan een jarenlange wanhoopsstrijd een einde. Ze krijgt alsnog een verblijfsvergunning. Uit een uitspraak van rechter in Haarlem valt af te leiden dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Adama ten onrechte aan het lijntje heeft gehouden.
Officieel moet de IND de verblijfsvergunning nog verstrekken, maar de dienst zal wel moeten, zegt zowel Adama als haar advocaat Jeroen Maas. De Leidse heeft een zaak tegen de IND over de afgewezen verblijfsvergunning gewonnen en de beroepstermijn is verstreken. ,,De uitspraak is onherroepelijk. Hier kunnen ze niet meer onderuit'', verklaart Maas.
Adama kan het nieuws amper nog bevatten. ,,Ik heb gewonnen. Hoe dat voelt? Eigenlijk euforisch. Toch, als ik wakker word, zit ik nog kaasrecht in mijn bed. Omdat ik denk weer te moeten vechten.'' En gevochten heeft de in Nederland geboren Adama. Eerst om haar Nederlandse nationaliteit terug te krijgen, toen voor een verblijfsstatus op medische gronden, en uiteindelijk voor een vergunning voor onbepaalde tijd.
Adama verloor haar nationaliteit toen ze een tijd lang in Suriname, het land van haar vader, woonde. De Surinaamse en Nederlandse autoriteiten konden het jarenlang niet eens worden over welke nationaliteit de Leidse nou toebehoorde. Ondertussen leefde Adama zonder paspoort, aanvankelijk zonder vast inkomen of uitkering en zonder enige zekerheid over haar lot. De angst voor uitzetting was bij haar extra groot omdat ze een bijzondere vorm van reuma heeft. Daarvoor kan ze in Suriname niet voldoende worden behandeld.
Om die reden ook kreeg Adama een verblijfsvergunning op medische gronden. Daar nam ze alleen geen genoegen mee. ,,Je mag dan niet werken en je kunt geen rechtern opbouwen'', legt advocaat Maas uit. ,,Je blijft in een isolement.'' Dankzij giften kon Adama afstuderen aan de Leidse universiteit. Ze hoopt nu te promoveren aan de universiteit van Gent en daarna een baan te vinden.
De rechtbank van Haarlem geeft in zijn uitspraak aan dat door alle onzekerheid de Leidse is belemmerd in haar ontplooiing - studie of niet. ,,De uitspraak was vrij hard'', zegt Adama. ,,De rechter vindt dat mijn carrière in het gedrang is gekomen.'' Mede daarom overweegt advocaat Maas nog een civiele procedure aan te spannen. ,,Ik ben al gelijk begonnen met roepen dat er schade is. Daarvoor wil ik het rijk aansprakelijk stellen.''
De zaak van Natascha Adama heeft de afgelopen jaren veel (media-)aandacht gekregen. De Leidse is dankbaar voor al die belangstelling, en zegt ook veel vrienden erbij te hebben gekregen. ,,Het was heel indrukwekkend. Zeker in Leiden hebben mensen met mij meegeleefd. Niemand heeft gezegd dat het terecht was dat ik het land uit moest. De massieve aandacht heeft niet geholpen in het gevecht. De IND werd wel terughoudender, maar een rechter houdt daar geen rekening mee. Die kijkt naar harde feiten.''
Bron: Leidsch Dagblad/Robbert Minkhorst - zaterdag 20 maart 2004
Nyunsu.Net - Aktuele informatie over Suriname en de Surinamers cs