Nu zijn de oevers van de Cottica vanaf Sommelsdijk tot
's Hagenbosch opgegaan in totale wildernis. Eertijds welvarende cacaogronden zijn door de krulloten ziekte verwoest.
Er is geen middel van bestaan uit de grond te halen.
De jonge mensen zijn weggetrokken op zoek naar een bestaan elders. De huizen zijn door onkruid overwoekerd en ingestort.
Landingsplaatsen zijn dichtbegroeid. Van de bloeiende kerkgemeenten is Bethel met een handjevol mensen overgebleven.
Charlottenburg met een goedbevolkte school, evenals de de daartegenover gelegen mooie cacaoplantage Clarenbeek, zijn van de kaart verdwenen.
Straks zal men moeten raden waar Ephrata, de zetel van het districtsbestuur heeft
gelegen.
Uit Mens&Bestaan: Eduard F. Goedhart ~ 1892-1979