>> De Bébbé II.

Van deze pracht zult u niet meer kunnen genieten. Althans niet in die mate als vroeger. Er zullen wel bloemen vallen en drijven op de rivier, maar slechts van de ondermaatse bomen, en deze zullen niet genoeg zijn om een volledig beeld te verschaffen als toen deze, voorheen waardeloze houtsoort, ongestoord mocht groeien en bloeien. Immers alle bomen die een zekere maat hebben bereikt, worden tot spaanplaat in de fabriek van firma Bruinzeel verwerkt.

Van minder waarde dan het bébbéhout dat bij gebrek aan beter toch gebruikt werd als brandhout, was het baboenhout dat voor niets deugde. Door de waardeloosheid konden deze bomen ongestoord groeien tot echte woudreuzen met enorme afmetingen in omvang en hoogte. Wijdvertakt, omstrengeld door talloze lianen en woekerplanten die tot tussen de takken en bladeren opgroeiden en ondoorzichtige wildernissen vormden in de kruinen.

Deze bomen boden veilige schuilplaatsen aan de brulapen die zich niet meer laten horen als vroeger. Wetend dat bij naderend gevaar zij zich goed verborgen konden houden in de donkere boomtoppen, waagden zij zich tot aan de rivieroever, zelfs tot dichtbij de wooncentra.

Gezeten in de hoge bomen brullen ze bij dag en nacht lustig voort, het hoogwatergehalte in de rivier aankondigend.

Wij waren het gebrul van deze baboens gewend. Het hoorde bij het bestaan in onze leefomgeving. We werden erdoor gewekt uit onze slaap, en weer in slaap gesust erdoor. Van alle richtingen kwamen de geluiden tot ons, van achter het tabbetje, van ver en dichtbij.

Nu hoor je deze geluiden slechts met lange tussenpozen. en heel in de verte. Dit beeld is ook al verdwenen. De kolossale baboenbomen zijn omgehakt en verwerkt tot triplex. De baboens hebben geen veilige schuilplaats meer en zijn derhalve weggetrokken, dieper het bos in, ver van de rivier af, waar de mens zonder veel moeite niet kan komen. - E.F.G


Uit Mens&Bestaan: Eduard F. Goedhart ~ 1892-1979


Uit aantekeningen van Eduard Frederik Goedhart
<< << o >> >> >> T